De echte connectie vindt plaats in een informele setting.Dick de Bruijne, docent STC College
In 2015 ben ik als klassenmentor voor het eerst in aanraking gekomen met Mentoren op Zuid. Bij het STC hebben we toen één klas gekoppeld aan een klas studenten van de hogeschool. De koppeling tussen de studenten en leerlingen maakten we op papier. Natuurlijk hoop je dat die koppelingen kloppen en dat de koppels een goede relatie kunnen opbouwen. Een goede relatie draagt nou eenmaal bij aan het samen werken aan de opgestelde doelen. En soms pakken die koppelingen zelfs beter uit dan je van tevoren kunt denken. Zo was er een leerling waarvan haar ouders gingen scheiden. Ze sloeg compleet dicht, zowel in de klas als bij Mentoren op Zuid. De mentor wist in eerste instantie niet wat zij ermee aan moest, maar toen gaf ik de tip om de klas uit te gaan. Wat binnen de schoolmuren te spannend bleek, was eenmaal buiten helemaal anders. De leerling en de student waren nog geen 200 meter aan het wandelen en toen kwam het verhaal los. En omdat de ouders van de student ook gescheiden waren, konden ze er samen goed over praten en zag je de leerling zich weer openen, ook in de klas. Ik motiveer studenten en leerlingen sowieso om naar buiten te gaan. Voor het vak Technologie en Toepassing bijvoorbeeld, moest een klas een opdracht uitvoeren voor het Havenbedrijf, waarbij de leerlingen een oplossing moesten bedenken voor de vernieuwde haven in de St. Jobshaven. De studenten en leerlingen spraken toen op die locatie af om aan de opdracht te werken. Dus ook buiten school konden ze elkaar zo helpen en ondersteunen. In de klas vervallen de koppels toch vaak in bijles of doen ze een spelletje, maar de echte connectie vindt plaats in een informele setting. Je benadert elkaar anders en je hebt een andere vraagstelling naar elkaar. Dan is het ook minder spannend om individueel contact te maken en een persoonlijke relatie op te bouwen. Want je moet elkaar eerst leren kennen om je verhaal kwijt te kunnen.