“Ik heb tot mijn zestiende in Rotterdam gewoond en ben daarna verhuisd naar Amersfoort. Op jonge leeftijd ben ik moeder geworden; mijn zoon Ismail werd geboren toen ik zeventien was en mijn zoon Tarik toen ik eenentwintig was. Toen ik drieëntwintig was, heb ik besloten om weer terug naar school te gaan. Ik heb eerst het MBO, Havo, VWO, HBO afgerond en daarna heb ik een postdoctorale opleiding gevolgd aan de VU voor Management Consultant.
Als jonge adviseur bij Twynstra was ik op zoek naar hoe ik mezelf kon zijn en blijven. Ik vroeg me af waar ik wel en niet in kon meebewegen met mijn omgeving en of dit bij mijn identiteit als moslima of Turkse vrouw paste. Ik stelde mezelf de vraag of ik mezelf of mijn identiteit zou verliezen en wat ik wilde vasthouden en loslaten zonder mezelf te verliezen.
Ik heb toen besloten om Sef van Ments, een orthodox-joodse collega bij Twynstra, te vragen om mijn coach te zijn, omdat hij dit proces al had doorlopen en zijn weg daarin had gevonden. Hij wilde graag mijn coach zijn. Hij heeft me geleerd om mezelf te zijn en te blijven en om te achterhalen wat ik echt belangrijk vind en wat ik wil uitdragen, zowel privé als zakelijk.
Vaak hoor ik dat ik authentiek ben. Ik ben niet meer bezig met de vraag of ik hier wel mag zijn en wat mensen van mij vinden. Mijn legitimatie is wie ik ben. Ik ben als mens waardevol en wil waardevol zijn voor mijn omgeving en medemens. Sef heeft me geleerd om mezelf te waarderen. Dit heeft denk ik te maken met het loslaten van de gedachte dat mensen zullen denken dat je achtergesteld bent als je religieus bent of praktiserend bent.
Vroeger dacht ik vaak: "Wat zullen ze wel niet van mij denken, een Turkse vrouw met een hoofddoek? Misschien denken ze dat ik niet zo slim ben." Gelukkig heb ik deze gedachte lang geleden achter me gelaten.”